IT dat losstaat van bedrijfsactiviteiten maar enkel ondersteunt en dat is vastgelegd in een enkele kostengedreven cultuur: een verouderde opvatting, met name in het licht van hedendaagse digitale organisaties waarin IT een belangrijke rol speelt in het leveren van producten en diensten aan de eindgebruiker. Wanneer je een dergelijke digitale organisatie ontwerpt is het uitermate belangrijk om extra aandacht te besteden aan de juiste ontwerpprincipes. Het zal niet langer volstaan om een enkele set organisatieprincipes uniform toe te passen op de gehele organisatie: een goed functionerende organisatie vereist meerdere leiderschapsstijlen en -culturen. Anderson MacGyver omschrijft dit concept aan de hand van de term ‘multimodaliteit’.

Fit met bedrijfsactiviteit

Het belangrijkste principe van multimodaliteit is dat een geschikt digitaal organisatieontwerp gevormd moet worden door de kenmerken van de bedrijfsactiviteiten waarop een digitale organisatie zich richt, door middel van het toepassen van het Concurrerende Waarderaamwerk van Cameron en Quinn (2006).

Type organisatieculturen en hun kenmerken

Anderson MacGyvers multimodale model onderscheidt vier modaliteiten waarvan de digitale organisatie kan bestaan uit:

  • ondernemend, kort-cyclische innovatieteams (adhocratie) gericht op unieke bedrijfsactiviteiten die externe bedrijfswaarde creëren
  • stabiliteit en kostenbeherende teams (hiërarchie) gericht op handelswaargerelateerde bedrijfsactiviteiten die wel noodzakelijk zijn, maar niet onderscheidend voor de organisatie.
  • integratieteams die de digitale data-uitwisseling, cohesie, overeenstemming en wederzijde overeenkomsten beheren (clan), en die gericht zijn op bedrijfsactiviteiten die specifiek en verbindend zijn voor de organisatie en haar activiteiten
  • teams die op intelligente wijze marktoplossingen invoeren (markt) en in staat zijn om deze snel toe te passen voor algemene maar concurrerende bedrijfsactiviteiten die bedrijfswaarde creëren voor de klant

De competenties onder dit soort teams verschillen: innovatieteams (paars) vereisen heel andere competenties dan integratieteams (oranje). Marktteams (blauw) richten zich op het creëren van externe waarde, terwijl hiërarchieteams (groen) messcherp zijn wat betreft de kosten en stabiliteit van algemene functionaliteiten en diensten. Een succesvolle digitale organisatie vereist daarom een multimodaal organisatieontwerp: een nauwkeurig beschouwd balans van de verschillende modaliteiten en leiderschapsstijlen, daarbij rekening houdend met de gewenste verschillen in cultuur.

Elk jaar gaan mijn vriendin en ik samen op duikvakantie. We hebben al vaak samen gedoken op adembenemende bestemmingen, waaronder Egypte, Thailand en Mexico. Duiken is iets dat je altijd onderneemt samen met een buddy en het is van essentieel belang dat je elkaar volledig vertrouwt. Met name in de nogal gespannen situaties zoals wanneer je duikt op 30 meter diepte, in een grot of in een sterke stroming zit.

Anderson MacGyver helpt IT-organisaties die een avontuur willen aangaan met strategische partner om zo de waarde die gecreëert wordt voor de klant te doen verhogen. In een strategisch partnerschap is het belangrijk dat beide partijen bereid zijn om op de lange termijn in de samenwerking te investeren. Ook moeten beide partijen baat hebben bij de samenwerking.

Een voorbeeld van een dergelijke IT-organisatie is onze klant Eneco, die ervoor gekozen heeft haar datacentrum, telefonen en bijbehorende IT-diensten uit te besteden aan meerdere strategische partners. Natuurlijk worden alle soorten verhoudingen vastgelegd in contractuele overeenkomsten, overeengekomen processen en beheer en innovatie. Anderson MacGyver heeft alle partijen tijdens interactieve sessies ondersteund bij het ontwikkelen en ontwerpen van het beheer. Echter, net als dat je duiken niet kunt leren met enkel theorie, komt een echt partnerschap waarin partners elkaar volledig vertrouwen niet in één dag tot stand. Het is iets dat mettertijd groeit, een lopend proces. Eneco en haar partners zijn zich hier ook van bewust. Maar hoe ontwikkel je zulk een partnerschap?

Projecten worden vaak gekenmerkt door tastbare resultaten; een partnerschap, daarentegen, is een meer ongrijpbaar concept. Middelen die discussies en het beheren van partnerschappen mogelijk maken zijn vaak niet beschikbaar. Ook is een partnerschap iets dat vaak groeit en vormkrijgt op de werkvloer. Daarom is het essentieel dat betrokken werknemers de samenwerking steunen.

Recentelijk zijn wij een initiatief gestart met Eneco en haar partners om het partnerschap aan te kaarten. We hebben besloten welk specifiek gedrag nodig is om het partnerschap mogelijk te maken. Denk aan gedrag in de zin van zeggenschap, transparantie, proactiviteit en het geven van feedback. Door dit gedrag te herkennen werd het partnerschap tastbaar. De volgende stap is om betekenis te geven aan dit soort gedrag. We hebben gekozen voor een bottum-up-benadering om dit te bewerkstelligen, waarin we de werknemers van zowel Eneco als de partners om hulp vragen. Voor elk specifieke gedrag nodigen wij hen uit om praktijkvoorbeelden te geven op een platform dat toegankelijk is voor elke deelnemer. Op deze manier wordt de aandacht van de werknemers getrokken tot een de specifieke gedragen en zijn mensen in staat om er met elkaar over te discussiëren en elkaar te inspireren. Tegelijkertijd dient het platform als middel voor de organisatie om het gewenste gedrag te beheren en het partnerschap vervolgens te laten slagen.

Door samen het partnerschap te laten groeien, kunnen en zullen Eneco en partners op elkaar vertrouwen om zo een veilige weg naar het oppervlak te vinden in gespannen situaties.

De uitgebreide waarde van data hoeft niet nader te worden toegelicht Dit ‘nieuwe bezit’ wordt mettertijd steeds waardevoller voor organisaties. Regelgevingen die ons dwingen op een goede manier om te gaan met gevoelige, persoonlijke data helpen ons dat wat waardevol is te beschermen.

Achtergrond

Met alle aandacht momenteel gericht op privacy en de mogelijk nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (WIV), is men geneigd te vergeten dat ook andere regelgevingen zijn ingevoerd: de Algemene verordening gegevensbescherming, afgekort GDPR. Deze nieuwe wet komt met hoge verwachtingen: wordt dit de nieuwe millenniumbug, of zal dit slechts weer een wet zijn die langzaam in de vergetelheid raakt?

Voor wie is hij relevant?

GDPR werd op 25 mei 2018 actief en verving binnen Nederland de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP). Deze laatste werd in 2001 ingevoerd en was gebaseerd op (95/46/EG) Europese richtlijnen.

De GDPR heeft directe gevolgen voor zowel verwerkers als beheerders. Deze termen leiden tot twee andere belangrijke definities: persoonlijke data (1) en verwerking (2).

De belangrijkste veranderingen voor verwerkers

Bang om het volledige Europese wetboek te moeten ontcijferen bij het verwerken van persoonlijke data? Maakt u zich geen zorgen. De nieuwe GDPR kent namelijk veel overeenkomsten met de oude WBP. De drie belangrijkste veranderingen zijn:

De dataverwerkingsovereenkomst

Wanneer een verantwoordelijke externe partij een externe verwerker aanwijst, zal een verwerkingsovereenkomst moeten worden ondertekend. Dit is niets nieuws; deze verplichting bestond al, maar enkel voor de hoofdverantwoordelijke. Na 25 mei 2018, zal de externe verwerker deels verantwoordelijk worden en zal daarom ook de dataverwerkingsovereenkomst moeten ondertekenen. Wat houdt een dergelijke overeenkomst precies in? Er moeten overeenkomsten in staat wat betreft het onderwerp, de duur en het doel van de verwerking, maar ook details omtrent het beveiligen van persoonlijke data. Dit laatste is een toezegging van de verwerker en moet daarom bepaalde voorwaarden bevatten omtrent de vertrouwelijkheid van de data, de deelname aan controles, het handelen in het geval van datalekken alsmede details omtrent technische en organisatorische maatregelen. Dit maakte ook onderdeel uit van de traditionele WBP; de GDPR maakt dit vooral nog concreter.

Territoriale grenzen

Een van de voornaamste veranderingen van de nieuwe GDPR vergeleken met de traditionele WBP is de grootte van de scope. Bijvoorbeeld zelfs wanneer de betrokken verwerkingspartij en verantwoordelijken zich niet fysiek binnen de EU bevinden, zij alsnog aan deze wet moeten gehoorzamen. Dit wordt bepaald door te kijken of de betreffende partij goederen en/of diensten levert aan partijen die zich binnen de EU bevinden, of dat zij het gedrag van deze partijen monitoren voor verkoopdoeleinden. Het is niet van belang of zij binnen de EU gebruikmaken van datacentrums of andere middelen.

Aansprakelijkheid

De gevolgen van het verbreken van de GDPR-wet zijn duidelijk: breken = betalen. Met uitzondering van het feit dat de verwerker bijkomende verantwoordelijkheden heeft, wat betekent dat de scope van de aansprakelijkheid is toegenomen, lijkt deze regelgeving veel op de oude. In het geval dat de GDPR niet geheel naar behoren wordt toegepast, kan een financiële compensatie worden geëist door elke partij die zowel materiële of immateriële schade heeft opgelopen ten gevolge van een wetsbreuk. Ook kan een boete worden opgelegd door de regelgevende instantie (Autoriteit Persoonsgegevens in Nederland). Nieuw is wel het bedrag van de boete. Vanaf nu kan deze boete oplopen tot maar liefst €20 miljoen of 4% van de jaarlijkse globale omzet van het bedrijf waar de wettelijke persoon toe behoort  – welk van de twee hoger is.

De belangrijkste veranderingen voor de verantwoordelijke partij:

Conclusie: blijf kalm, deze wet is slechts een uitbreiding van een reeds bestaande wet en diens voornaamste doel is om onze waardevolste data te beschermen.

  • Ambtenaar  verantwoordelijk voor dataverzameling
  • Documentatievereisten
  • Verplichting om datalekken te melden

Het is wellicht onverwacht, zeker wat betreft een hot item zoals privacy, maar veel van de nieuwe regelgevingen komen overeen met de ouden. De ‘nieuwe’ regelgevingen staan in lijn met wat reeds in Nederland hebben gezien, wat betekent dat het zonder twijfel weer om een millenniumbug gaat. Wanneer we 26 mei 2018 wakker worden, zal de wereld er exact hetzelfde uitzien als vandaag.

Verdere verduidelijking van de begrippen:

1) Persoonlijke data betreft alle informatie omtrent een geïdentificeerd of identificeerbaar natuurlijk persoon. Dit betekent een individu dat kan worden geïdentificeerd bij zijn/haar naam, identificatienummer, locatie-informatie of andere aspecten die de fysieke, economische, culturele of sociale identiteit van een natuurlijk persoon kenmerken. Wees je bewust van het feit dat een bedrijf  niet een natuurlijk persoon is.

2) Onder verwerken wordt verstaan een proces of serie handelingen betreffende persoonlijke data of een hoeveelheid persoonlijke data (bv. door middel van geautomatiseerd verwerken) zoals verzamelen, vastleggen, opslaan, verwijderen of vernietigen van data. De verwerker is degene die deze data verwerkt. Een verwerker doet dit doorgaans voor een ander persoon, de beheerder. Dit is de wettelijke persoon die het daadwerkelijke doel van de dataverwerking bepaalt. Zo kan men bijvoorbeeld denken aan een ziekenhuis dat een IT-bedrijf inhuurt  om hun persoonlijke data op zo’n manier op te slaan dat het gemakkelijk benaderbaar is voor de financiële afdeling om hun salaris te kunnen betalen. In dit geval is het ziekenhuis verantwoordelijk, en binnen het IT-bedrijf de verwerker.

Zodra het verwerken van persoonlijke data een rol speelt, is de GDPR van toepassing. Dit vanwege het feit dat de GDPR van toepassing is in alle EU-lidstaten. Dit ontneemt de regelgevende instanties van de taak om de wetten om te zetten naar nationale regelgevingen. In het geval van een conflict met de nationale wet, overstemt de GDPR.

De relatie tussen een klant en zijn leverancier wordt soms vergeleken met een huwelijk. Naast de formele aspecten, welke contractueel zijn vastgelegd in de huwelijksvoorwaarden, hebben beide partners bepaalde impliciete verwachten van de ander. Ongeacht de aard van de dienst: zij het de ontwikkeling van een applicatie, de implementatie van een groot handelswaarproduct of iets compleet anders.

De verwachtingen van de klant gaan om zaken zoals kwaliteit, kosten en de realisatie van de bedrijfscasus. De leverancier ervaart een soortgelijke wisselwerking van belangen. Naast het leveren van een kwalitatief goede dienst, houdt hij zich ook bezig met de zaken als de omzet, marges en de verdere ontwikkeling van de zakelijke rekening. Veel van deze verhoudingen kunnen en zullen ter sprake komen tijdens het verkoopproces, maar toch blijft er ook een hoop impliciet binnen de relatie.

Op zoek naar het gesprek

Zoals geldt voor elke relatie, is de klant-leveranciersrelatie gegrondvest op wederzijds vertrouwen en soms een gezonde dosis wantrouwen. Wanneer de huwelijksnacht voorbij is, zullen kleine irritaties zich altijd voordoen: zaken waarover je in de huwelijksovereenkomst geen afspraken hebt gemaakt. Een andere factor die voor irritaties kan zorgen is het feit dat beide partners gedurende de relatie een ander pad van persoonlijke ontwikkeling zullen bewandelen. 

Wat is het plan van aanpak in een dergelijke situatie? Zul je met de vinger wijzen? Zullen desillusies de bovenhand krijgen? Zijn alle leveranciers hetzelfde? Verdien je niet beter? Of zul je het gesprek opzoeken om de bottlenecks te vinden en de problemen oplossen? Praten is altijd de beste optie. Hoe sneller je aangeeft welk deel van de samenwerking niet voldoet aan je verwachtingen, hoe groter de kans is op succes. Waar de een misschien passie tekort komt, zoekt de ander misschien juist naar stabiliteit. Als je weet wat niet werkt binnen je relatie, weet je ook wat er aan gedaan kan worden om het op te lossen.

In een zakenrelatie is het handig om de aanvankelijke doelstellingen van de samenwerking met elkaar te delen: werd de relatie opgezet voor kostenbesparende doeleinden, om de winst of groei te maximaliseren of om operationele uitmuntendheid te bereiken? Door de intentie en wederzijdse verwachtingen expliciet te maken zul je de oplossing naar je toe trekken, zelfs wanneer de intenties en verwachtingen veranderen. Vergeet niet om ook jezelf kritisch en van dichtbij te bekijken wanneer je de bottlenecks in de relatie benoemt.

Onttrek de emoties

In dergelijke gesprekken heb je soms wanhopig behoefte aan een externe partij. Een objectieve relatietherapeut die in staat is de emoties uit het conflict te halen. Samen met een bemiddelaar onderzoek je of de overeenkomsten moeten worden vernieuwd. Startend met de mensen die er direct bij betrokken zijn, vaak het uitvoerende management, en vervolgens met de rest van de klant- en leveranciersorganisatie. Vergelijk dit met een familietherapiesessie of het oplossen van een familieruzie. Soms raken zelfs de buren erbij betrokken om het conflict te verhelpen! Een verstoorde relatie heeft invloed op meerdere niveaus. Deze moeten allemaal weer met elkaar op één lijn komen te staan. Soms kan het helpen om simpelweg toe te geven dat, ondanks alle gebeurtenissen, jullie nog steeds van elkaar houden.

Hoe meer je partner een hoofdrol speelt in de kern van je bestaan, hoe belangrijker het is om disputen op te lossen. In dat geval maakt de andere partij deel van jou uit. In een klassiek gearrangeerd huwelijk, waar anderen bij voorbaat hebben bepaald hoe jij en je partner zullen samenwerken, kun je zelfs nadenken over een scheiding.

Fit-for-purpose

Of je nu je relatie voortzet als klant en leverancier, beide zullen aan de relatie beginnen te werken of akkoord gaan met het scheiden van de wegen: wat betreft toekomstperspectieven is het altijd uitermate belangrijk dat de wisselwerking blijft voldoen aan de oorspronkelijke en ontwikkelende intenties en doelstellingen van de samenwerking.

Het is niet voor niets dat wij van Anderson MacGyver veel belang hechten aan het ‘fit-for-purpose’-principe: leveranciers en hun oplossingen zouden overeen moeten komen met de bedrijfsactiviteit van de klant die zij ondersteunen. Zodra je elkaar eenmaal gevonden hebt, is het belangrijk om de relatie in lijn te plaatsen met het doel dat je samen wilt bereiken en om een wederzijds begrip in stand te houden.

Wij willen daarmee helpen. Soms door kort tussen beide partijen in te staan om wederom de wederzijdse intenties en doelstellingen te verhelderen.

Afgelopen week spraken wij met een directeur van ICT & logistiek betreffende een smart-boiler die, bijvoorbeeld, in staat is om automatisch de geselecteerde waterdruk bij te vullen. Mocht dit te vaak gebeuren, dan ontvangt de eigenaar van de boiler een waarschuwingssignaal via de bijbehorende app op zijn telefoon zodat automatisch contact kan worden opgenomen met een monteur. Op deze manier worden de storingen van boilers tot een minimum beperkt, wat in deze koude winterdagen goed van pas komt.

Stel je een wereld voor waarin apparaten weten wat we nodig hebben volledig automatisch deze behoeften vervullen, zonder dat wij ze enige opdracht hoeven te geven. Dit klinkt misschien als sciencefiction, maar niets is minder waar. Ondanks dat het nog niet op grote schaal wordt toegepast, zijn dergelijke applicaties reeds beschikbaar voor consumenten, bedrijven en overheden.

Allerlei verbonden apparaten zijn vandaag de dag beschikbaar, zoals Toon van onze klant Eneco en de Nest-thermostaat die uw favoriete kamertemperatuur herkent en deze verlaagt zodra u het huis verlaat om energieverbruik te optimaliseren. Een ander voorbeeld is de auto-connector, geproduceerd door de ANWB, die gebruikmaakt van data-uitwisseling voor een verbeterde wegenassistentie, geautomatiseerde parkeerdiensten en kortingen op autoverzekeringen voor bestuurders die veilig rijgedrag vertonen.

De stad Santander in Spanje is de meest vooruitstrevende ‘smart city’ in Europa. Duizenden sensoren hebben de stad omgevormd tot een high-tech laboratorium. Sensoren die stadsbezoekers via de kortste route richting de dichtstbijzijnde beschikbare parkeerplek leiden. Sensoren in afvalbakken die een signaal zenden naar de gemeente wanneer ze bijna vol zitten. Vochtsensoren in openbare parken om diens irrigatie te optimaliseren. Bewegingssensoren waardoor straatverlichting enkel aangaat wanneer iemand in de buurt is. Dit zijn slechts een handjevol voorbeelden van de toepassing van sensoren.

Dit zijn allemaal voorbeelden van het Internet of Things (IoT). IoT voorziet organisaties van nieuwe kansen voor het integreren van data aan de hand van een netwerk van apparaten, om zo de menselijke besluitvorming en procesuitvoering te optimaliseren. Beide zijn belangrijk voor het begrijpen van de brede digitale context wanneer we een digitale strategie formuleren, zoals staat beschreven in onze whitepaper “Digitale strategie – Uw bedrijfs visie en het traject naar digitaal zijn opzetten”.

De toegevoegde waarde van ivd-apparaten en -diensten zal de komende jaren snel toenemen door de opkomst van hun sectoroverstijgende toepassingen. Een voorbeeld zou een real-time servicenetwerk kunnen zijn waarin diensten op afstand worden gemonitord. Door middel van een algoritme kan worden voorspeld welk deel van een apparaat binnenkort vervangen zal moeten worden. Ook wordt een automatisch gegenereerde serviceaanvraag op de marktplaats geplaatst, en wordt het beste aanbod geaccepteerd. De monteur krijgt toegang tot het betreffende gebouw via een speciale code zodat de reparatie kan worden uitgevoerd. Nadat het onderdeel is vervangen zal een bericht met daarin een beschrijving van de reparatie en de factuur automatisch naar de organisatie worden gestuurd.

Een praktisch voorbeeld van IoT kan gevonden worden in de haven van Rotterdam. Het aantal actieve sensoren in de haven neemt met de dag toe. Niet enkel sensoren die de stroming, temperatuur en het grondwaterpeil meten, maar ook sensoren die bewegingen en krachten op de kademuur oppikken. Het gebruik van deze data maakt een toereikend onderhoud en ontwikkeling van nieuwe kademuren mogelijk binnen de haven van Rotterdam.

IoT wordt daarom gezien als het digitale zenuwstelsel van de wereld, dat in kracht toeneemt door de collectieve verbinding van apparaten aan het netwerk. Door echter enkel apparaten aan het netwerk te koppelen zal het apparaat nog geen bedrijfswaarde voor een organisatieketen creëren. De uitdaging met IoT is om de echte toegevoegde waarde te ontdekken van de data die het genereert en om vervolgens nieuwe en verbeterde diensten te ontwikkelen op basis van deze data.

De toepassingen en toegevoegde waarde van IoT zijn vandaag de dag van zulk groot belang dat een analyse van hun potentie een standaard onderdeel uitmaakt van elke strategische analyse van de digitale context van een organisatie die wij voor onze klanten uitvoeren. Wilt u meer te weten komen over IoT en de ontwikkeling van een digitale strategie voor uw organisatie?

31 oktober 2017 – In het tijdperk van snelle technologische ontwikkelingen zoals big data, kunstmatige intelligente en robotica, is ‘RightBrains-denken’ belangrijker dan ooit. Succes wordt grotendeels bepaald door creativiteit, intuïtie, aanpassingsvermogen en een open geest. Het is een werkveld met veel carrièrekansen voor vrouwen. Helaas is het aandeel vrouwen nog steeds erg laag. RightBrains is een platform voor professionele vrouwen met een gedeelde passie: digitale technologie. Als kennispartner van RightBrains, fungeert Anderson MacGyver’s Esther Splinter als een rolmodel om jonge vrouwen te inspireren en te motiveren een carrière na te jagen binnen de wereld van digitale technologie.

Wat me het meest intrigeert is het menselijke element van digitale transformatie

…of: voor harde resultaten, zul je zacht moeten worden!

De verwaarloosde kant van big data

“Big data draait niet om data! Het draait zelfs niet om technologie! – Best een gedurfde uitspraak, zeker als je het publieke debat over dit onderwerp volgt. De meeste artikelen en discussies gaan over technische ontwikkelingen zoals Hadoop, cloud computing of zelflerende algoritmes. Dit wekt de indruk dat big data-projecten met succes worden volbracht door enkel de juiste technische tool te vinden. Maar dit perspectief voldoet niet aan een fundamenteel kenmerk van big data. Dit zou je de zachte kant van big data kunnen noemen. Deze roekeloos genegeerde kant is in de meeste gevallen de beslissende factor die bepalend is voor het slagen of falen van een big data-project of -programma.

Dus, wat is deze mysterieuze zachte kant van big data? In de stijl van de 3 V’s (Volume, Vaart en Variëteit) die vaak worden gebruikt om big data te omschrijven, kun je het samenvatten als de 3 C’s: Creativiteit, Collaboratie en Cultuur.

Creativiteit

Aan het begin van elk big data-project staan creatieve ideeën over hoe je data kunt benutten. Deze ideeen zijn doorgaans geformuleerd als vragen die beginnen met “Wat als we zouden/kunnen…?”. Denk bijvoorbeeld aan een logistiek bedrijf dat zich af zou kunnen vragen “Wat als we onze eigen data zouden combineren met open data, zoals een weerdata of verkeersapp? Zouden we dan onze dagelijkse aflevervoorspellingen en routing kunnen verbeteren? En zo ja, in welke mate?”. Maar ook tijdens de data-analyse, de kern van elk big data-project, is creativiteit essentieel. Met wat creatieve ideeën en programmeren kan de prestatie van de analysecode worden geoptimaliseerd en kunnen nieuwe en vaak onverwachte inzichten worden geopenbaard, zoals bijvoorbeeld het feit dat een inefficiënt gebruik van de operatiekamer in een ziekenhuis niet veroorzaakt wordt door noodgevallen maar door langdurende operaties.

Werken met big data vergt veel proefneming, aangezien je je het meeste van de tijd op onbekend terrein begeeft. Je moet creatief zijn om de uitdagingen waarmee je tijdens een big data-project en de bijbehorende analyse wordt geconfronteerd op te lossen en te boven te komen, en creativiteit is een essentieel ingrediënt voor succes. Zonder creativiteit is elk big data-project al vanaf het begin gedoemd te falen.

Samenwerking

De mogelijkheden van big data volledig te benutten heeft men de samenwerking van meerdere afdelingen van een bedrijf nodig. De focus van het analytische deel van een big data-project wordt geleverd door het bedrijf, gewoonlijk door de afdeling verkoop, marketing of bedrijfsvoering. De technische elementen vallen zelf onder de verantwoordelijkheid van IT of een autonome data-afdeling. Essentieel voor een succesvolle samenwerking is dat de interdisciplinaire leden een gezamenlijke taal ontwikkelen. Dit is niet triviaal, aangezien de meeste samenwerkingsleden doorgaans verschillende achtergronden hebben. Een bewezen benadering die de snelle ontwikkeling van een gezamenlijke taal ondersteunt is het gebruik van visualisaties die dienen als een basis van wederzijds begrip. Als onderdeel van ons dagelijkse zakendoen ondersteunen wij regelmatig de ontwikkeling van een gezamenlijke taal voor het zakenleven en IT door gebruik te maken van ons bewezen operationeel modelcanvas. Dezelfde techniek kan worden toegepast om de communicatie in big data-projecten te versterken.

Naast deze interne samenwerking kan ook de samenwerking met externe partners zoals onderzoeksbureaus, universiteiten of adviseurs helpen bij het leveren van de gewenste waarde van een big data-project.

Cultuur

Succesvolle big data-projecten en -programma’s vereisen een verandering van de cultuur van veel organisaties. De bijbehorende projecten en programma’s zijn erg dynamisch en de noodzakelijke benadering is een agile-benadering. Iteratieve cycli gaan gepaard met veel proefnemingen. Hiervoor is een dynamische, creatieve en inspirerende omgeving nodig waar mensen iets nieuws en ongebruikelijks durven te proberen, een omgeving die vaak gevonden wordt in start-ups. Dat is waarom verscheidene grote bedrijven zoals ING de uitdagingen van big data het hoofd bieden door start-ups eerst op te richten en daarna te integreren. Het opzetten van bedrijfsinterne, interdisciplinaire teams voor big data-projecten kan echter ook erg succesvol zijn.

Het loont zich om de 3 C’s van big data in gedachte te houden. Het zal niet enkel het project ondersteunen en u helpen uw uitgezette doelstellingen sneller en efficiënter te behalen, maar het zal hoogstwaarschijnlijk ook zorgen voor resultaten met een betere kwaliteit en een grotere impact. Voor harde resultaten, zul je zacht moeten worden!

Kunnen uw big data-ambities meer creativiteit, collaboratie of een inspirerende culturele omgeving gebruiken? Aarzel dan niet contact op te nemen met Anderson MacGyver.

Een enorm stuk marmer!

Ongeveer 6 meter hoog, meer dan 7 ton zwaar en van niet de beste kwaliteit. Een aantal bekende artiesten uit die tijd, het begin van de 16e eeuw, namen contracten aan om dit enorme stuk marmer om te vormen tot een van de twaalf standbeelden die bedoeld waren om de steunpilaren van de Florentijnse kathedraal te versieren. Niemand slaagde erin. Uiteindelijk was het een 16-jarige genie die dit massieve blok Carrara-marmer wist om te vormen tot een van ’s wereld meest bewonderde sculpturen.

Datawetenschappen en beeldende kunst

Op het eerste gezicht lijken datawetenschappen en beeldende kunst weinig met elkaar gemeen te hebben. De eerste maakt gebruik van geavanceerde computers en code om inzichten en kennis te genereren terwijl de ander vertrouwt op hamer en bijtel om kunst te creëren. In een ander licht komen echter zeer intrigerende overeenkomsten naar voren.

Geconfronteerd met een enorme rauwe database, gaat de datawetenschapper van start op eenzelfde manier als de beeldhouwer die nauwkeurig zijn blok marmer bestudeert. Mogelijke barsten en het soort en de staat van het steen bepalen het gereedschap en de haalbaarheid van het project. Na deze eerste controle, echter, moeten zowel de datawetenschapper als de beeldhouwer secuur te werk gaan. Verborgen, microscopische barsten in het steen kunnen soortgelijk verwoestende gevolgen hebben als onopgemerkte vertekeningen binnen de dataset of kleine fouten in de analysecode. Hoewel de schade in het geval van de beeldhouwer duidelijk zichtbaar is, zorgen fouten in de data-analyse voor verkeerde resultaten die veelal lastig te herkennen zijn. Het draait allemaal om ervaring, het juiste gereedschap en de juiste ideeën. “Een schilder schildert met zijn brein, niet met zijn handen.” (Michelangelo Buonarotti). Hetzelfde geldt voor beeldhouwers, denk ik.

Wie zei er iets over de schepping?

De resultaten kunnen vaak verrassend zijn! “Hoe hebben ze dit in hemelsnaam kunnen maken?!” is een vraag die in me opkomt wanneer ik een sculptuur bewonder dat gemaakt is van koud steen maar toch zo realistisch, bijna levend lijkt!

Ook de resultaten van een geavanceerde data-analyse kan tot verwondering leiden. Nieuw ontdekte inzichten, bijvoorbeeld “driekwart van uw klantprofielen zijn verkeerd”, of de hoge accuratesse van een verzonnen voorspellingsmodel, bijvoorbeeld om het aantal bestellingen of geleverde goederen te voorspellen voor de komende dagen, zorgen voor vragen als “hoe heb je dit gedaan?”, “hoe heb je tot deze inzichten kunnen komen?”. 

Maar een datawetenschapper creëert geen nieuwe inzichten. De ‘gecreëerde’ inzichten zijn er altijd al geweest, in de data, in afwachting om ontdekt te worden. Een datawetenschappers taak is simpelweg het bieden van toegang.

Er wordt gezegd dat toen Michelangelo werd gevraagd hoe hij in hemelsnaam zijn ‘David’ zou kunnen scheppen uit dit stuk marmer, hij antwoordde: “Ik hoefde hem niet te scheppen. Hij was altijd al in het steen aanwezig. Ik hoefde enkel het marmer om hem heen te verwijderen.”

Uiteindelijk belandde ‘David’ niet op de Florentijnse kathedraal, maar vond hij een prominentere plek recht tegenover Palazzo Vecchio (en sinds 1873 in de Galleria dell’Accademia), om bewonderd te kunnen worden door de inwoners en toeristen van  Florence.

Anderson MacGyver

Anderson MacGyver maakt impact door organisaties te helpen ongerealiseerde businesswaarde te benutten met het organiseren van de potentie van data en technologie. Wij adviseren strategisch management bij het ontwerpen en besturen van de digitale agenda en ontwerpen en implementeren multimodale organisaties en toekomstbestendige technologie- en datalandschappen.